Innovatie
Innovatie voor een menselijke digitale samenleving
Innovatie is als een mes. Je kunt er boterhammen mee smeren, je kunt er iemand mee steken. Meestal is sprake van beide aspecten. Bovendien zijn er natuurlijk verschillende meningen over de heilzaamheid van bepaalde innovaties.
Een paar voorbeelden: “Snel uren kunnen schrijven door tijd te scannen voor de thuiszorg” heeft het effect opgeleverd dat men korter kan blijven en er minder tijd is voor een gesprek dat wellicht meer goed doet dan de handeling,
De precieze manier van tijdmetingen van bussen: hierdoor is het een probleem geworden om ouderen en mensen met een beperking aan boord te krijgen, anders wordt er niet op schema gereden en worden er boetes uitgedeeld die hoog kunnen oplopen. Dit kan tot ontslag leiden van de buschauffeur.
Zo beschreven snapt iedereen dat de innovaties dit effect niet beoogden, en toch gebeurde het. Ook begrijpen we zo, dat het niet echt met de innovatie heeft te maken, maar met een bepaalde kijk op de zaken. Toch lijkt de innovatie dit te versnellen, of misschien alleen maar zichtbaar te maken.
Het helpt om goed na te denken over de waarden die in uw organisatie belangrijk zijn en steeds te toetsen of de wijze van invoering van de innovatie daaraan voldoet. Dat is nog belangrijker dan de business doelstellingen. Winst is belangrijk, maar kan korte termijn blijken: mensen blijven komen als ze die waarden nageleefd zien.
Innovatie kent meerdere verschijningsvormen tussen “Technology Push” en “Market Pull”. Wetenschappelijke, technologische, product, business model, organisatorische en markt innovatie zijn de meest gebruikelijke vormen tussen deze twee uitersten.
Het is belangrijk om te weten welk type innovatie passend is voor uw organisatie: in de bovenstaande indeling leidt de technology push in het wetenschappelijke domein meestal pas tot een brede adoptie van het werkende innovatieve concept na een jaar of tien. Zijn de klanten juist de vroege omarmers? Of hebben we te maken met verschillende groepen of juist alleen de late?
Voor de meeste organisaties is het innoveren door het opnieuw inrichten van hun processen met nieuwe technologie de meest geëigende manier van innoveren. Daarbij hoort net zo goed het inrichten van een omgeving waarin geëxperimenteerd kan worden (een sociaal laboratorium), waar degenen die gaan werken met de nieuwe producten en processen kunnen zien wat het effect is en mee kunnen denken. Daarbij hoort ook het tijdig en goed betrekken van een ondernemingsraad en niet te vergeten de managers: want op dezelfde wijze sturen in andere processen werkt niet meer. Het sociale laboratorium is een mooie manier om klein te beginnen en geen investeringen te doen, voordat je weet dat het een succes kan worden.
In de overheid wordt deze wijze van processen opnieuw vormgeven ook wel aangeduid met New Public Management, geleend uit Australië waar de mensen niet even naar een stadhuis gaan om iets te regelen. Het leidt in nieuwe landen tot concepten als: “regel je bedrijf in 15 minuten”, “geef de geboorte van een kind aan per smartphone”. In de landen met “een groter administratief verleden” lijken deze zaken minder goed te kunnen, omdat er dan ook zaken opgeruimd moeten worden en er belangen spelen. Soms heeft het voordelen om nog niets te hebben. Maar ook dat is verstandig om vooraf in kaart te hebben. We komen daarbij weer aan bij “groter denken, kleiner doen”. Want het bedenken hoe je dan de innovatie gaat doorvoeren vergt een eigen plan, los van de experimenteer-omgeving. Daar mogen fouten gemaakt en kan nog buiten de officiële richtlijnen gewerkt worden. Wanneer producten echt gebruikt gaan worden, moet aan alle officiële regels voldaan zijn. Een belangrijke toets daarbij is of de nieuwe processen de ethische toetsen doorstaan. In het bijzonder bij overheidsorganisaties telt dat alle burgers in gelijke omstandigheden gelijk behandeld moeten worden. Is dat nog steeds zo met deze innovatie? Hanteren we inderdaad artikel 1 van de grondwet voor “gelijk”? Maar ook bedrijven kunnen een zelfde soort vragen hebben: mag dit product op de markt gebracht worden, schaadt het anderen, het milieu, of heeft het andere neveneffecten. Voor en belangrijk deel zouden die vragen beantwoord moeten kunnen worden aan de hand van de bedrijfswaarden.
Als het gaat om producten die het ontwikkelen van informatiesystemen versnellen is het opvallend dat er door bedrijven heel veel beloftes gedaan worden, terwijl de wetenschappelijke studies nog niet afgerond zijn. Niet echt verstandig om daar de bedrijfsvoering op te baseren. Maar als het wel een heel groot voordeel voor uw organisatie zou kunnen hebben is het misschien wel een goed idee om samen te werken met universiteiten in dat onderzoek. Ook dat vergt aandacht en tijd.
Bij het opstellen van meerjarenplannen is het opnemen van de digitale ontwikkelingen die van belang kunnen zijn voor uw sector en belangrijke externe factor. Er zijn veel nieuwe en interessante ontwikkelingen. Welke in het bijzonder voor uw sector interessant zijn, is een mooi onderwerp van gesprek. Want innovatie is voor sommigen datgene waardoor ze een voorsprong creëren en voor anderen een noodzaak om bij te blijven.
De belangrijkste trends voor de komende 10 jaar lijken nu:
- Slimme kleding en andere wearables (wassen, meten lichaamsactiviteit)
- Gezichtsherkenning en plaatsbepaling
- Applicaties zelf samenstellen
- Blockchain in vele toepassingen
- Uitbreiding netwerk en internet-of-things
- Leven lang leren met en vanwege technologie
- Crypto-currency
- AI en algoritme-analyse en controle
- Meer open standaarden
- Milieu en internet/crypto currency en blockchain
- Privacy en opsporing
- Terrorismebestrijding en witwassen
Hoe kunnen we met deze trends bijdragen aan een menselijker samenleving? Slimme kleding kan betekenen dat we het minder vaak en lang hoeven te wassen, gezichtsherkenning kan helpen om kinderen terug te vinden en wearables kunnen er voor zorgen dat we snel zien of een ouder iemand gevallen is en niet opstaat.
Maar als we het hebben over de snijdende kant van het mes: slimme kleding en wearables kunnen ook stiekem aan verzekeraars doorgeven hoe weinig iemand beweegt zodat hij/zij een hogere verzekeringspremie moet betalen. Gezichtsherkenning kan betekenen dat we geen privacy meer hebben en overal worden gevolgd, als zo’n systeem wordt gehackt kan het betekenen dat criminelen hun targets nog beter weter te vinden. En een wearable bij ouderen kan leiden tot zo min mogelijk menselijke tussenkomst bij ouderen zodat de eenzaamheid toeneemt.
Het is dus aan ons hoe we de innovaties gebruiken. Maar laten we niet naïef zijn over mogelijk misbruik en de kans en het risico daarop meenemen in onze ontwerpen.